Het was een korte nacht, en dat is iets wat niet heel vaak gebeurt als we op reis zijn. Als de wekker gaat, vind ik het toch nog wat aan de vroege kant. Langer blijven liggen is geen optie, want we hebben voor vandaag weer behoorlijk wat op de planning staan. Als we de weersvoorspellingen mogen geloven, dan wordt het de komende dagen wat koeler. Maar ja, dat zie ik al een paar weken bij het weerbericht en heel veel is daar niet van terechtgekomen. We gaan eerst tanken, want de mogelijkheden om onderweg te tanken zijn vandaag behoorlijk beperkt. Ook aan de brandstofprijzen kunnen we merken dat we niet meer in Texas zijn. Tankten we in Austin voor $3,14/gallon (ongeveer β¬0,79/liter) vandaag zijn we blij dat we met gasbuddy een pomp hebben gevonden waar een gallon ‘slechts’ $4,87 kost (β¬1,22/liter). Dat is voor onze begrippen nog steeds niet duur. De eerste stop van vandaag is Big Dune op bijna twee uur rijden ten noorden van Las Vegas. Als we rond de klok van 7 uur deze ochtend bij het hotel vertrekken is het 21 graden. Naarmate we verder naar het noorden komen, wordt het steeds koeler. Ook de lucht is niet meer blauw, maar grauwgrijs. We nemen de afslag naar Big Dune en waar google ons vertelt dat we rechtsaf dienen te slaan, is er niets. We kijken op de kaart en zien dat er een stukje verderop wel een dirtroad moet zijn. Dat klopt inderdaad. Het is een behoorlijk ruwe weg. Bovendien is het ook nog eens mul zand. Dat betekent dat de auto alle kant op glijdt tijdens het stuiteren over de bulten. We komen bij een picknickbank. Zullen we hier parkeren denken we? De parkeerplaats is nog een stuk verder. We rijden verder, maar het zand wordt steeds losser en losser. Als ik stil ga staan, voel je gewoon dat de auto langzaam wegzakt in het zand. Voorzichtig rijden we verder. Met wat moeite komt de Rav4 van zijn plek en rollen we weer. We keren om en gaan terug naar de picknickbank. Dan maar verder wandelen. We pakken de tassen. En de jassen, want het is inmiddels nog maar krap aan 18 graden, en eerlijk gezegd is dat een beetje aan de frisse kant voor ons. We lopen richting het duin en komen enkele motorcrossers tegen. Als we aan de voet van de grote duin staan, kijken we een keer rond, en zien dat de lucht steeds donkerder begint te worden. We besluiten om niet Big Dune op te lopen, maar terug te lopen naar de auto die we inmiddels een paar kilometer achter ons hebben gelaten. In dit woestijnlandschap zou je pardoes de verkeerde kant op kunnen lopen. Weer zo’n moment waarop we blij zijn dat we een GPSr bij ons hebben.
Terug bij de auto, merken dat we weer vooruitlopen op onze planning. Ik meen me te herinneren dat er op een 40 minuten extra reistijd een virtual cache is. Dat blijkt te kloppen en we besluiten om die te doen. Als opdracht dienen we op zoek te gaan naar een spoor dat een steen achter zich heeft gelaten. De stenen maken de sporen door een combinatie van wind en een heel dun laagje ijs dat onder de steen wordt gevormd tijdens koude nacht. Het is een redelijk zeldzaam verschijnsel, en we zijn dan ook verheugd dat we vrij vlot een steen met een spoor erachter vinden. Dit fenomeen op de foto vastleggen, is wat lastiger. Ach, we hebben het toch gezien. Het is inmiddels nog kouder geworden, en de grijze wolken duiden er duidelijk op dat er regen op komst is.
We rijden verder naar Goldfield. Wederom een anderhalf uur verder rijden naar het noorden. Al snel begint het te regenen onderweg. De temperatuur gaat nu snel omlaag. Bij het bezoekerscentrum maken we een sanitaire stop. Het is inmiddels serieus fris geworden. We lunchen in de auto en gaan dan door naar de toeristische attractie van dit ‘spook’-stadje. Car Forest. Daar heeft men bij wijze van kunst-project sloopauto’s rechtop in de grond gegraven. Vervolgens hebben ze zich uitgeleefd met spuitbussen. Bijzonder is het wel, maar eerlijk gezegd zie ik er de kunst-waarde niet zo van in.
Het plan was om na het bezoeken van het kunstproject te gaan wandelen in het dorpje. We halen longesleeves uit de tas en beginnen aan de wandeling. Het regent nog steeds. Het regent nog steeds behoorlijk en de temperatuur blijft maar verder dalen. Het is eigenlijk gewoon koud. We besluiten om de wandeling niet af te maken en verder te rijden naar het stadje waar het hotel is.
We hadden in Tonopah als ‘reserve’-doel nog een museum op de lijst staan om te bezoeken. Aangezien we niet het idee hadden dat we tijd over zouden hebben, hebben we ons ook niet heel erg verdiept in het museum. Als we bij het museum arriveren, zien we dat het een openluchtmuseum is. Het regent nog steeds en inmiddels is het nog maar 5 graden. Dat is 33 graden kouder dan gisteren! We besluiten om te gaan kijken of we vroeg in kunnen checken bij het hotel. Dat is geen probleem en we gaan uitgebreid in bad voordat we gaan eten, om zo weer een beetje op temperatuur te komen.
Dat scheelt echt wel veel 38 graden of 5 graden maar ook een keertje regen, dan weten jullie ook weer wat dat is.
Hoi dat het zoveel schild in de graden πen nog regen ook nog π zijn wij wel gewend
Het is hier nu ook goed weer niks te klagen
Het zijn weer mooie πΈ wel leuk zo n spookstadje en de auto s