Inmiddels zijn we in New Mexico aanbeland. De vierde staat die we deze trip bezoeken. Het is inmiddels 8 jaar geleden dat we in New Mexico zijn geweest, en sindsdien staat het altijd al op het lijstje om nog eens terug te gaan. Volgens ons heeft deze staat zeker zo veel te bieden als het immens populaire Utah, maar mist New Mexico de enorme aantallen toeristen die Utah wel heeft. We zijn benieuwd en over meer dan een week zullen we kunnen vertellen of onze verwachtingen waarheid zijn geworden of niet.
We staan op het normale tijdstip op. Daardoor zijn we al rond de klok van half negen op het eerste doel van vandaag. City of Rocks State Park. Een aardigheidje zou het moeten zijn volgens hetgeen we hebben gezien en gelezen. Als we aan komen rijden, zie we plotseling allemaal rotsen overeind in het groen staan. Een heel bijzonder gezicht. Alsof het daar zo is neergesmeten. “Kwak, hier is het. Zie maar wat je ermee doet.” We parkeren de auto en gaan een stuk wandelen. Eerst een omcirkeling van de rotsen zodat we ze van een afstandje kunnen bekijken. Daarna gaan we tussen de rotsen doorwandelen. En al snel ontdekken we het grootste nadeel van dit park. Het is eigenlijk meer een camping dan een park. Om tussen de rotsen door te wandelen dien je over een campingplaats heen te lopen. En daar was de niet zo vriendelijke Texaanse dame eigenlijk niet van gediend. Met een welgemeend ‘sorry’ wandelen we gewoon verder en genieten we van dit stukje natuur.
Hierna staat er een behoorlijke rit op het programma. Qua afstand is het niet zo heel ver. Slechts 111 kilometer. Maar het zal ruim 2 uur in beslag nemen. Dit betekent naar alle waarschijnlijkheid dat het een redelijk bochtige weg is die ons naar Gila Cliff Dwellings National Monument zal leiden. Deze rotswoningen vinden we altijd interessant om te zien. In dit park zijn er niet heel veel te bewonderen, maar als we eenmaal het rondje hebben gelopen, kunnen we alleen maar zeggen dat het de rit meer dan waard is geweest.
We rijden weer terug naar het hotel en besluiten onderweg wat geocaches te gaan zoeken. Een van de eerste die we zoeken brengt ons bij een jonge canyon. Een heel leuk plekje dat we zeker niet zouden hebben gezien als er geen cache was verstopt.
Korte tijd later stoppen we bij een meer dat bekend is om de Bass die hier rondzwemt. Bij het zien van dat bord, moeten we meteen aan de bekendste visser op Bass denken. Althans het is de bij ons meest bekende visser op Bass. Als we de naam van het meer lezen, kunnen we alleen maar glimlachen. Robert’s Lake.
Er volgen nog verschillende geocaches die we zoeken voordat we gaan eten. Na het eten bedenken we dat het misschien wel eens verstandig kan zijn om de auto een andere kleur te geven. We zijn inmiddels wel uitgekeken op het bruin/beige/grijs van de Ford. Na een snelle wasbeurt kijken we weer tevreden naar een zwarte auto.