Iets voor de klok van tien uur trekken we de deur achter ons dicht, en beginnen we te wandelen. Koffers achter ons aan. Gestaag stappen we door. Zoals Gerard van Maasakkers het al zo mooi zong: ” Ik zet d’n ene voet vur d’n andere voet en ik loop.” Maar het nummer is nog niet afgelopen, of we zijn al op de plaats van bestemming gearriveerd. We zetten de koffers neer en wachten. Wachten op de bus die hopelijk komen gaat. Want in Nederland weet je het immers maar nooit met het openbaar vervoer. Iets later dan de bedoeling was parkeert de buschauffeur de bus bij de halte. De tijd die hij ergens verloren heeft, wil hij blijkbaar inhalen. De chauffeur doet een poging om Max Verstappen te imiteren. Ik denk dat we blij mogen zijn dat hij daar ook niet daadwerkelijk in slaagt, maar de slechte imitatie was ook allesbehalve plezant te noemen. Bijna op tijd arriveren we op het station in Eindhoven. Binnenkort zou ik Eindhoven Centraal dienen te tikken, maar voor nu is het nog gewoon een stationnetje. We hebben kaartjes in de 1e klas, want we hebben geen zin om met onze koffers tussen andere mensen in te wringen, boze blikken toegeworpen te krijgen en allerlei andere dingen waardoor een gemiddeld mens chagrijnig wordt. Al snel zijn we op Schiphol en nemen we de shuttle bus naar het 1e hotel van deze reis. We checken in, en deponeren de koffers in de kamer en gaan gelijk met de shuttle bus weer terug naar Schiphol om daar de trein naar Amsterdam Centraal te nemen.
We arriveren in Amsterdam en beginnen met hetgeen we graag doen in een stad. We struinen door de straatjes. Vinden af en toe een geocache en drinken een kop koffie. Iets na de klok van vier uur dienen we bij het Anne Frank Museum te zijn. Ik ben er nog nooit geweest, en het is iets wat blijkbaar bij je opvoeding hoort. Natuurlijk ken ik het verhaal van Anne Frank en ook ik was onder de indruk van haar dagboek toen ik het heb gelezen. Een tig-tal jaar geleden. Marieke is er wel al ooit geweest. Toch vreemd bedenk ik me ineens, want in mijn ogen ben ik net zo goed opgevoed als zij is. Of on-opgevoed, het is maar net hoe je het wilt zien. Kaartjes zijn alleen nog maar on-line te koop. Om de bezoekersstromen in goede banen te leiden heet het. We sluiten aan in de rij, en al snel wordt er aan ons door een medewerken van museum gevraagd om het kaartje te laten zien. Want je moet niet denken dat je zomaar willekeurig in de rij mag staan. Nee, je dient op het juiste moment van de dag in de wachtrij te staan. Enige tijd later zijn we in het museum. Stapje voor stapje lopen we door het museum heen. Alhoewel museum? Een paar teksten met wat foto’s. De foto’s zie je in een gemiddeld geschiedenisboek ook, en de teksten zijn ook niet van een dusdanig niveau dat je er iets van opsteekt. Wat me vooral stoort is het feit dat je een foto te zien krijgt met daarop de vermelding “In deze ruimte was het magazijn”. Het is inderdaad een ruimte. Behoudens wat foto’s en teksten aan de muur is de ruimte leeg. O ja, de enorme hoeveelheid mensen die schuifelend voortschrijden dienen we natuurlijk niet te vergeten. Even later zijn we dan eindelijk aanbelandt bij hetgeen je eigenlijk voor naar dit museum gaat. De toegang tot Het Achterhuis via de bekende boekenkast. Dit is voor mij dan ook het enige hoogtepunt in dit gebouw dat men museum wenst te noemen. Een commerciële toeristenval zou een beter woord zijn naar mijn bescheiden mening, maar dat mag ieder voor zich weten. Een tijdje schuifelen later ben ik blij. Blij dat ik weer buiten sta. Ik heb niet het idee dat ik nu een beter opgevoed mens ben geworden. Maar dat zal de tijd moeten leren.
We gaan een hapje eten bij het Grieks restaurant waar we nu voor het derde jaar op rij heengaan. Ondertussen is het gaan regenen, en na het eten, doen we nog enkele caches alvorens we terug wandelen naar Amsterdam Centraal station. Een goed half uur later zijn we weer terug in het hotel en kunnen we zeggen dat de eerste dag van road trip 2019 er alweer op zit.