Ons doel van vandaag stond al langere tijd op ons verlanglijstje. In de vele reisgidsen die we bezitten over het door ons zo geliefde USA, springt er vaak een plaatje uit van een grote witte golvende vlakte. Wit, 23 tinten wit, zo ver als het oog reikt. Met regelmaat hebben we al eens tegen elkaar gezegd: ‘Daar moeten we op een dag toch ook eens heen’. En vandaag kwam die dag.
Na een reistijd van een kleine twee uur, arriveerden we bij de ingang van het park. We hebben een kort bezoek gebracht aan het bezoekerscentrum en zelfs de tijd genomen om een film over het park te bekijken. Je zou het misschien niet zeggen, maar in de grote witte massa leven een groot aantal diersoorten. Van hagedissen, die van origine donker gekleurd zijn, maar zich door de jaren heen feilloos aangepast hebben aan de witte ondergrond, tot aan vossen, muizen en uilen. Maar de meeste dieren kiezen ervoor om overdag te slapen en pas in de nacht op pad te gaan. Op een hagedis en een verdwaalde kever en vogel na, hebben we dan ook geen dier weten te ontdekken.
Genoeg film gezien, tijd om op pad te gaan. Jammer maar helaas, voor ons. De toegangsweg is afgesloten omdat er raketproeven uitgevoerd werden. We hopen maar dat ze hier niet de hele dag over doen, want dan zien we dus helemaal niets van hetgeen we vandaag zo graag wilden ontdekken. Gelukkig voor ons zou de weg om 12:30 uur weer vrijgegeven worden. We doodden de tijd door een koffie te nuttigen en enkele geocaches te vinden en melden ons om 12:00 uur weer aan de poort. En jawel, de toegang is weer geopend. We zijn trouwens wel weer blij dat we altijd kiezen voor het huren van een personenauto in plaats van een camper. Want ook hier zijn campers vanaf een gemiddelde grootte niet welkom in het park.
In het begin van de toegangsweg is er nog voldoende begroeiing te zien op de witte duinen. Dit is mooi, maar oogt niet echt als iets spectaculairs. Ik weet het, misschien zijn we wel verwend. Maar al snel zien we datgene waarvoor we gekomen zijn, We rijden door een zee van wit zand. We parkeren de auto en gaan eerst even picknicken in dit fabelachtige landschap. Na de magen gevuld te hebben is het tijd om de hoogte op te zoeken. Wel zijn we van mening dat in onze gedachten, als we terugdenken aan de vele plaatjes die we van dit park al hebben gezien, de duinen minder hoog lijken in het echt. Desalniettemin is het een pittige klim omhoog. Over dan weer los zand, dat wegzakt onder je voeten, tot een geribbelde harde ondergrond. We proberen mooie plaatsjes te schieten. Althans dat hopen we maar. We hebben beiden geen idee hoe het op de foto over zal komen. Het is al lastig foto’s maken met een zonnebril op, maar afzetten is hier ook geen goede optie. Het wit verblindt zo, dat je nog geen idee hebt wat je precies op de gevoelige plaat vastlegt. Dan maar op zijn Japans, knippen, en straks maar zien wat ervan geworden is. We hebben het tenslotte in ieder geval met eigen ogen mogen aanschouwen.
Nadat we ons enkele uren in het zand vermaakt hebben, gaan we voldaan terug richting de stad waar onze slaapplek voor één nacht zich bevindt. We besluiten om nog enkele caches in en rondom het stadje te doen, alvorens we een hapje gaan eten. Het restaurant zit naast het hotel, gemakkelijker kan het niet.
We zijn blij dat we de witte zandduinen in onze reis opgenomen hebben. Het is zeer de moeite waard om deze 23 tinten wit met eigen ogen te mogen aanschouwen en het niet langer te hoeven doen met de mooie plaatjes uit de reisgidsen.