Recent onderzoek heeft uitgewezen dat indien we een titel gebruiken die uit slechts twee woorden bestaan, het aantal bezoekers op onze site hoger is, dan indien we meer of minder dan twee woorden in de titel gebruiken. Niets dat ons dat iets uitmaakt, maar stiekem wordt dit wel meegenomen in het achterhoofd. Als er dan langzamerhand gedurende de dag een tiksel ontstaat, dan wordt gekeken wat er met twee woorden gedaan kan worden. Meestal is dat geen enkel probleem, maar vandaag was alles anders en diende er wat creatiever met het maken van de titel omgegaan te worden. Blijkbaar tonen onze volgers meer interesse bij bovenstaande titel dan bij een titel als “De zeldzame bloem en de zwarte beer”. U vraagt, wij tikken.
Als eerste deze ochtend gingen we terug naar het uitzichtpunt waar we gisteren ook al geweest waren. We wilden namelijk met eigen ogen zien waar de naam Great Smoky Mountains vandaan kwam. De beste tijd om dat te doen is als het net licht is. De mist trekt dan namelijk langzaam omhoog, en zo zie je tussen de bergen allemaal dekens van rook liggen. We dienen deze ochtend dus wederom op tijd weg te rijden bij het hotel. Klein probleem hierbij is wel dat we pas om 7:00 uur kunnen ontbijten. We zorgen dat we voor de klok van zeven aanwezig zijn in de ontbijtruimte, en als we dat naar binnen hebben gewerkt, gaan we op pad. De weg naar het uitzichtpunt neemt ongeveer 45 minuten in beslag, en ligt totaal niet op de route voor hetgeen we voor de rest van vandaag in de planning hebben. We dienen dus anderhalf te rijden om iets een paar minuten te mogen aanschouwen. En alsof dat nog niet alles is, we zijn niet verzekerd van mist tussen de bergen. Aangezien het uitzonderlijk helder is deze ochtend zijn we huiverig hiervoor. Maar we hebben geluk. Een prachtig rooktapijt heeft zich tussen de bergen gevormd en maakt het de 90 minuten extra reistijd meer dan waard.
We keren de auto om, en rijden richting het doel van vandaag, Cades Cove. Bijna anderhalf uur rijden bij het uitzichtpunt vandaan. Cades Cove is een openluchtmuseum in het Nationale Park. De beste manier om dit openluchtmuseum te bekijken is een combinatie van de auto en de benenwagen. De totale route door het park, zonder ook maar naar één huisje te gaan kijken is namelijk 18 kilometer lang. Tel daarbij nog diverse wandeling van 1 à 2 kilometer bij op, en men kan nagaan dat dit teveel is om op één enkele dag te bezoeken. We rijden het museum in, en parkeren bij het eerste gebouw onze auto. Een mooi gebouw, van één van de eerste bewoners van dit gebied.
Een parkranger heeft ons verteld, dat buiten de gebouwen, men overal de auto op een inham mag parkeren om vervolgens een stukje te gaan wandelen. Dat doen we dan ook graag, en we besluiten om de auto te parkeren en een stukje te gaan wandelen. We zijn nog maar net op pad, of we zien een man en een vrouw op hun knieën zitten. We groeten, en enthousiast vragen ze wat we vandaag hopen te fotograferen. We antwoorden dat we daar geen idee van hebben. Nu worden meneer en mevrouw echt enthousiast. Ze vertellen ons dat ze op dit moment, de Three Bird Orchid aan het fotograferen zijn. Aangezien ze beiden op hun knieën zaten, trekken we gelijk de conclusie dat deze orchideeënsoort waarschijnlijk niet heel erg groot is. We knielen ook, en bewonderen dit inderdaad niet al te grote plantje. Opmerkelijk is wellicht wel dat naarmate onze neus dichter bij de grond kwam, het enthousiasme van meneer en mevrouw nog groter werd. Zo leerden we dat deze soort behoorlijk zeldzaam is, het nauwelijks groter wordt dan 5 centimeter, en dat de bloem maar net iets meer dan een centimeter groot wordt. En of dat nog niet alles is. De bloem bloeit slechts 6 tot 7 uur. En dan? BAM!!!! is het over voor het plantje. Overrompelt als we zijn, proberen we enthousiast om dit zeldzame plantje op de gevoelige plaat vast te leggen.
Nog helemaal onder de indruk van hetgeen we net hebben mogen aanschouwen gaan we verder. We parkeren wederom de auto, ditmaal bij de parkeerplaats van een ander huis. De wandeling naar het huis is ongeveer een kilometer. Eenmaal bij het huis gearriveerd, ontdekken we dat men het huis, speciaal voor ons, in de steigers heeft gezet. Plotseling zie ik iemand de bossen in wijzen. Een zwarte beer! Ondanks dat dit dier niet heel zeldzaam is, besef ik wel gelijk dat we geluk hebben als we er een zouden mogen zien. We hebben namelijk regelmatig gelezen dat mensen een hele week in dit park vertoeven zonder ook maar iets te zien wat op een beer lijkt. Enigszins gehaast loop ik dan ook in de richting van de man, onderwijl fluitend zodat Marieke ook kan volgen. Op een meter of 80 zien we inderdaad een zwarte beer. Het exemplaar is nog niet geheel volwassen. Helaas is het door de vele bomen haast onmogelijk om een goede foto van de beer te maken.
Zo veel geluk op een dag, en het is nog geeneens lunchtijd. Wie had dat verwacht. We genieten op een grasveld van een korte lunchstop en vervolgen onze weg door het park. We genieten van al het fraais dat we zien, en aan het einde van de route door het museum, komen we tot de conclusie dat het al te laat is geworden om nog aan een wandelroute van drie uur te beginnen.
Flexibel als we zijn, passen we onze plannen aan en we rijden richten Pigeon Forge, waar Dollywood (het alom bekende pretpark van Dolly Parton) zich bevindt. Niet dat we hierin geïnteresseerd zijn, maar het is wel op de weg naar Sevierville, waar een standbeeld staat van deze beroemde countryzangeres (en naar het schijnt ook een zeer gewiekste zakenvrouw). Na het beeld bewonderd te hebben, wandelen we nog een stukje door Sevierville alvorens we gaan genieten van het diner.
Na het diner rijden we terug richting het hotel. We besluiten om nog een stukje te gaan wandelen door het dorpje waar we vannacht slapen. Gatlinburg heet het dorp. De hoofdstraat is nog het beste te omschrijven als een mix tussen een kermis en een boulevard. Hier rijden behoorlijk wat bijzondere auto’s rond en de attracties zijn haast ontelbaar. Van midgetgolfbaan tot kartbaan. Van Ripley’s believe it or not tot spookhuis. Noem iets op, en waarschijnlijk zit het in deze straat. We ontdekken plotseling een museum dat gewijd is aan The Dukes of Hazard. In dit museum, staat ook dé ster van de serie, namelijk General Lee. Wie kan zich deze oranje Dodge Charger niet herinneren? Kort onderzoek heeft ons geleerd, dat er ruim 360 auto’s in de serie zijn gebruikt. Slecht 17 auto’s hebben de serie overleefd en hebben een certificaat van echtheid gekregen. Daar is dit exemplaar er een van. Ik denk terug aan de sprongen die in de serie met de General werden gemaakt, en krijg gelijk zin om morgen weer verder om pad te gaan met onze eigen Dodge (ook al is die zwart) Charger. Jieeeee-Haaaa!!!