Het doel voor vandaag was Franconia Notch State Park. Een hele mond vol, maar op de een of andere manier toch gemakkelijk om te onthouden. Als eerste naar het bezoekerscentrum. We hadden van te voren gelezen, dat het hier ontzettend druk kon zijn, dus we waren op het ergste voorbereid. Hetgeen we aantroffen toen we arriveerden, waren slechts enkele auto’s op de parkeerplaats. Blijkbaar heeft het dus toch nut om ook tijdens de vakantie gewoon op tijd op te staan, zodat je ook tijdig op je bestemming kunt zijn.
De wandeling die je moet doen, als je hier bent, is de Flume Gorge. Hiervoor dien je kaartjes te kopen, en als de vriendelijke dame aan de kassa me vertelt dat ik 30 dollar dien af te rekenen voor ons tweeën, moet ik toch wel even slikken. Zoveel hebben we nog nooit betaald voor een wandeling van een kilometertje of vier. Twijfel slaat op zo’n moment toch wel even toe. Zouden we dat wel doen? Ach, wat zou het ook. Als het fraai is, weten we over een paar jaar waarschijnlijk geeneens meer hoeveel de entree was. En als het niets is, was het alleen maar duur. Onder het mom van ‘Du lever bara en gång‘, wordt de creditcard overhandigd, en gaan we op weg. En toch voelt het een beetje als een omgekeerde Robin Hood, men steelt van de armen en geeft het aan de rijken. Al snel worden we getrakteerd op de aangename aanblik van de Flume Gorge Covered Bridge.
We volgen het pad verder omhoog, en naarmate we verder stijgen, wordt het steeds smaller en smaller. Op een bepaald moment, is het van wand tot wand nog maar een meter of zes breed, en gaan de paden over houten planken die aan een van de wanden zijn bevestigd verder. Maar wat we te zien krijgen is gewoon een schitterend spektakel. Met mos begroeide granieten wanden. Zeldzame schimmelsoorten en bovenal de ene na de andere spectaculaire waterval.
Voordat we het weten staan we bovenaan de Flume Gorge, en waar de meesten omdraaien om weer terug richting de ingang te gaan, besluiten wij om rechtsaf te slaan en het pad verder te volgen, wetende dat er zich ergens nog een covered bridge moet bevinden. Hoewel de route minder spectaculair is, is deze zeker niet minder fraai. Nog regelmatig worden we verrast door een fraaie waterpartij. Na een tijdje zien we de Sentinel Pine Covered Bridge. Het uitzicht hierop is indrukwekkend te noemen. Zeker met het zonnetje, dat ons al de gehele dag vergezelt, erop schijnend.
Dertig dollar armer, maar een geweldige herinnering rijker, gaan we op weg naar het volgende punt in het park, The Bassin. Gisteren hier een fotootje van gezien, en ik kan alleen maar zeggen dat die zeer fraai was, dus dit was zeker iets dat in het programma voor vandaag opgenomen diende te worden. Waar de meeste mensen het hier na een kwartier wel gezien hebben, vermaken wij ons hier toch ruim een uur.
De volgende stop is de Cannon Tramway en de Old Man of the Mountain wandeling en museum, een kilometer of tien verderop. Op dit korte stukje, is de temperatuur van 17 naar 6 graden gedaalt, iets wat toch wel fris te noemen is. In het ‘museum’ komen we tot de ontdekking dat de Old Man of the Mountain, een granieten rotsformatie, die het symbool van New Hampshire is en nog in alle toeristenwinkels op ieder niemendalletje te zien is, in mei 2003 is ingestort. We besluiten om de wandeling te laten voor wat die is, en nemen de kabelbaan naar de top van Mt. Cannon. Hoewel de top van de berg in de wolken ligt, genieten we enorm van de wandeling hierover.
Zeker aangezien we voor de eerste keer een 5-sterren terrein geocache vinden, die ook nog eens onze 2400-ste vondst blijkt te zijn.
Laatste wandeling van de dag is een korte rondwandeling genaamd Artists Bluff. Kort maar verrassend zwaar. Waar we normaliter voor een wandeling van drie kilometer een uurtje nodig hebben inclusief vele fotostops, hebben we hier aan twee uur maar net genoeg met daarin slechts enkele fotostops. Dit fraaie rondje, tijdens welke ook de eerste foto van dit verhaal is gemaakt, was met recht een echte kuitenbijter te noemen.