Amerika, het land van de grote, benzineslurpende auto’s. Auto’s, waarvan de gemiddelde Nederlander een hartverzakking krijgt, als hij alleen maar het geluid van de motor hoort wanneer het gaspedaal wordt ingetrapt. Bijna iedereen heeft dit beeld op zijn netvlies staan. Ook wij, al moeten we zeggen, dat we sinds 2006, het jaar waarin we voor het eerst de VS hebben bezocht, het formaat van de auto’s wel hebben zien krimpen. Maar wat ons vandaag overkwam, kan men zich op het minst een cultuurshock van formaat noemen. Het leek wel of de auto’s nadat ze in de kookwas zijn gedaan, ook nog in de droger hebben gezeten. Bij het stoplicht zou je denken dat je je gewoon in een gemiddelde Europese stad bevond. Een paar Golfjes, een Mini. Een Smartje hier, een Audi A3 daar. Top of the Hill (letterlijk, want we waren bovenop de heuvel van het Golden Gate Park) was het feit dat we een Fiat 500 geparkeerd zagen stagen. Waar we de 1e keer nog met een kleine middenklasser rondtuften door de VS, hebben we nu het idee dat we in een vuurrode kampbak aan het cruisen zijn. Terwijl het toch echt gewoon hetzelfde model is, als we altijd hebben.
Maar dat niet alles in Amerika groot hoeft te zijn, bewees vandaag wel het Holocaust Memorial. Een vrij klein en eenvoudig monument, maar dat toch een onuitwisbare indruk achterlaat op degene die bekijken.