Vandaag al vroeg uit de veren. Nog voordat de zon opkwam en alvorens de (Angry) Birds gingen fluiten, waren wij al op weg. Om 6.40 uur wel te verstaan hebben we de auto gestart. Dit was nog zo’n 10 minuten later dan gepland, aangezien de receptie nog niet geopend was, alhoewel deze om 6.00 uur al geopend zou moeten zijn. Ze nemen het hier niet zo nauw en kijken blijkbaar niet op een kwartiertje. (Zeg maar gerust een Oakley’s halfuurtje).
Het werd vandaag een lange reisdag, zo’n 9 uur reistijd. Aangezien het zitten nog altijd niet een van de favoriete bezigheden is voor mijn rug, nemen we de tijd voor deze reis. Ieder uur er even uit en dan is het goed vol te houden. Gelukkig ligt er dan bij iedere stop wel een cache, zodat ons cache gemiddelde ook op peil blijft. E?n ervan was niet zo bijzonder als Mingo van gisteren, maar had toch wel iets speciaals. Deze cache lag namelijk bij een grenspaal van vier staten: Arizona, Texas, New Mexico en Kansas. Zo kunnen we in ieder geval zeggen dat we ook in Texas zijn geweest.
Het uitzicht is enerzijds fraai te noemen. Thuis in ons kikkerlandje hebben we geen uitzicht op de prairies, met hier en daar een hert of en vos. Maar na negen uur over rechte wegen en aan weerszijden prairies, heb je deze ook wel gezien. Als ik de prairies groen denk, en de zwarte koeien vervang door de bonte versie, dan verschilt het landschap niet meer zo veel van het onze. En waar wij polderblindheid kennen, heeft men hier gegarandeerd last van prairie-blindheid!
Al met al schoot het toch wel goed op, waardoor we zelfs nog tijd over hadden om een nationaal monument te bezoeken. (Eerlijkheid gebied wel te zeggen dat we een uur teruggegaan zijn in tijd, toen we New Mexico binnenkwamen, dus dat hadden we mooi verdiend). Tijd over dus om naar Fort Union te gaan. We kwamen dit bord tegen langs de weg en besloten om er even kort een kijkje te nemen. In dit fort zijn ruïnes van de gebouwen te vinden welke vanaf 1863 in gebruik zijn genomen door het leger als uitvalsbasis.