Negen jaar geleden waren we voor de eerste keer op rondreis door de Verenigde Staten. Destijds kwamen we al snel tot de ontdekking dat luisteren naar de radio niet de manier is om te genieten van muziek in dit immense land. Snel kochten we toen een doosje met daarin 10 blanco CD’s. Muziek werd op het wereldwijde net gevonden en daarna op CD gezet. Ik geloof dat het iets was in de trant van 100 beste Road Trip Songs. De volgende dag werd de eerste CD geladen in onze bolide die we destijds hadden, een blauwe Ford Taurus met nog geen 50 kilometer op de teller. Dat was vier weken later wel anders, toen we de auto inleverden met ruim 10.000 kilometer op de teller. De CD begon te spelen, zachtjes zwelde de muziek aan. Plotseling klonk er een geweldig nummer door de speakers. Geen van ons beiden kenden het nummer toen, maar dat moment bepaalde hét ultieme road-trip-nummer voor ons. Steeds als we op vakantie naar de VS gaan, gaat dat doosje met die 10 CD’s mee in de koffer. Als we de auto ophalen en vervolgens wegrijden, gaat de eerste CD in de speler. De volumeknop gaat dan open. Het volume zwelt dan zachtjes aan om vervolgens los te barsten. Meestal draaien we dan net de parkeergarage uit, en denken we terug aan de eerste keer dat we dat nummer hoorden. We beseffen dat we vrij zijn en genieten. On the road again.
Tijden veranderen. Dit jaar werd de USB-stick ingeplugd met daarop honderden nummers. Toen deze begon te spelen, niks geen Canned Heat knallend uit de speakers. Wat dan wel? Geen idee. In ieder geval geen nummer dat een verpletterende indruk achterliet. Tot vandaag. Het doosje met de 10 CD’s gaat nog steeds mee in de koffer, en werd vandaag uit het dashboardkastje van onze Dodge Charger gehaald. CD 1 werd geladen. Ik hoor zachtjes de muziek aanzwellen. Ik draai de volumeknop open en geniet van Canned Heat’s, On the road again. Het gevoel komt terug en ik denk terug aan al die schitterende wegen die we tijdens de zes voorgaande trips door de VS hebben gereden. Op de een of andere manier bedenk ik me dat de vakantie nu pas écht begint. On the road again….
Onzin natuurlijk, aangezien ik al dagen niet meer weet welke dag het is. Ik heb geen idee hoe lang we alweer in de VS aan het rondtoeren zijn. Daar gebruik ik de foto’s van de dagelijkse tiksels voor, die ik dan, heel handig voorzie van handige namen, zoals dag007b. Vorig jaar hebben we veel watervallen gezien tijdens onze reis. Gisteren hebben we er twee mogen bewonderen, en ook voor vandaag staan de nodige cascades op het programma.
We hebben geluk, want deze watervallen bevinden zich allemaal relatief dichtbij de parkeerplaats. Gemiddeld dienen we slechts een kilometer of twee te wandelen om een waterval te kunnen bewonderen. De ene is nog imposanter dan de andere, en we genieten volop van onze vrijheid.
Vandaag is het 11 september en dat is te merken. Het is stukken drukker dan gisteren, en het wordt steeds moeilijker om een waterval mensenvrij vast te leggen.
Bij de volgende stop besluiten we dat we een grote wandeling gaan maken van ruim 8 kilometer, op die manier hopen we een beetje de mensenmassa te kunnen ontwijken. Onderweg zullen we een waterval passeren die blijkbaar de moeite van het bewonderen waard is, en we zullen De Rivier omcirkelen waar we gisteren doorheen zijn gewandeld. Stilletjes hopen we allebei dat die waterval van gisteren niet zichtbaar zal zijn onderweg.
We hebben geluk. De waterval die we gisteren hebben gezien, is alleen maar te bewonderen als je De Rivier doorkruist. Ook deze wandeling is schitterend, maar heeft niet de charme die De Rivier gisteren wel had. Als we weer terug bij de auto zijn, besluiten we iets compleet anders te gaan doen. We brengen een bezoekje aan een zalmkwekerij. Het kwik is inmiddels tot 30 graden gestegen, en eerlijk gezegd ben ik wel een beetje blij dat we geen wandeling hoeven te maken die ons weer een paar honderd meter hoger een berg op leidt. Bij het zien van zoveel zalm, vraag ik me af hoeveel blikjes er wel niet voor nodig zijn, en wat misschien nog wel interessanter is, hoeveel dozen er nodig zijn om die blikjes in te doen. Bij de zalmkwekerij hebben ze ook een paar steuren. We ontmoeten Herman, een steur van ruim 3 meter. Nooit heb ik geweten dat een steur zo groot kan worden. Als we het verhaal luisteren dat er wordt afgespeeld hier, horen we dat een steur maar liefst zes meter (!!!) kan worden. Die wil geen mens in zijn vijvertje hebben.
We vervolgen onze weg richting het volgende hotel. Onderweg steken we nog even de Columbia River over om een oude geocache te vinden. Vier keer die tabel vullen, weet je nog wel? We rijden daarvoor over de Brug van de Goden. Blijkbaar komt deze naam van een oude Indiaanse legende. Of dat waar is weet ik niet. Wel weet ik dat de brug fraai is. Als we over de brug rijden, bedenk ik hoe vrij we zijn. On the road again…..