Beiden keken we uit naar de dag waarop we uit dienden te kijken. Vandaag was het dan eindelijk zover. We mochten gaan wandelen door De Rivier. De afgelopen weken hadden we al ontdekt dat door de droge zomer, het water niet zo hoog als normaal staat. Aan de ene kant is dat fijn, aan de andere kant is dat jammer, aangezien dan op de wanden van het ravijn, waar deze rivier zich een weg doorheen baant, ook minder mossen groeien. En de mossen op die wanden zijn nu net hetgeen dit ravijn zo uniek maakt. En de waterval na de wandeling van bijna twee kilometer dan.
Deze ochtend redelijk op tijd richting het begin van deze wandeling. Als eerste even een stop bij de Multnomah Falls. Deze op één na hoogste waterval van de VS is toch wel de moeite van een stop waard. Al is dat op één na hoogste wel relatief, aangezien het afhankelijk is welke lijst je bekijkt. Waar het op de ene lijst op nummer 2 staat, prijkt het op de andere lijst op nummer 137. Dit maakt het beeld er niet minder imposant op, en aangezien we op tijd zijn, lukt het ons ook nog om de waterval in zijn volle glorie op de gevoelige chip vast te leggen zonder dat er mensen in beeld staan. We besluiten om de klim naar de top van deze waterval te bewaren voor later vandaag, en gaan eerst op pad naar De Rivier.
Geduldig wacht De Rivier op ons. Het zonnetje schijnt niet, en het is niet al te warm. We brengen alles in gereedheid, en dan gaan we op pad. Voor deze wandeling van slechts drie kilometer hebben we een dag gereserveerd. We verwachten niet dat we die nodig zullen hebben, en daarom hebben we ook nog wel wandelingen in het hoofd zitten voor als we De Rivier overwonnen hebben. We betreden de oever van De Rivier, en al snel dient de eerste stap in het water gezet te worden. Bij het voelen van de eerste druppels is het even heel diep ademhalen, aangezien het water behoorlijk fris is. Meteen flitsen de woorden uit de oude reclame van Centrum Parcs (of was het nog Sporthuis Centrum), “Subtropisch zwemparadijs? Het lijkt wel ijs!”, door mijn hoofd. Korte tijd later staan we te kijken naar het grootste obstakel in De Rivier. Een enorme ophoping van boomstammen. Dit zal de meeste tijd van de gehele tocht kosten, en we weten dat we hier weloverwogen elke stap moeten maken.
Als we deze hoop hout eenmaal hebben getrotseerd, kunnen we verder op pad. De Rivier is genadig voor ons. Het water reikt niet veel dieper dan onze enkels. Mede daardoor kunnen we volop genieten van deze schitterende wandeling. De zon begint fel te schijnen, maar de zonnestralen weten nog niet in het ravijn door te dringen. Hierdoor is het wel lastig om foto’s te maken, omdat we ontzettend veel licht bovenin hebben, terwijl het op het niveau van De Rivier nog behoorlijk donker is.
We vorderen gestaag. Langzaam maar zeker wordt het water waar we doorheen dienen te waden dieper en dieper. Gelukkig hebben we de waterdichte tassen niet voor niets gekocht, en blijken ze zeer bruikbaar te zijn. Voordat we er erg in hebben, komt het water tot borsthoogte, en dragen we de tassen boven ons hoofd. Veel tijd om te stoppen nemen we niet, want zoals gezegd, het water is ijskoud.
Plotseling zien we de waterval. We genieten van het schitterende zicht hierop. Als we de nodige foto’s hebben gemaakt, draaien we de waterval de rug toe, en maken we ons op voor dezelfde tocht terug door De Rivier.
Als we bij de stapel boomstammen zijn aangekomen, dan is het weer tijd om uit te kijken. Stap voor stap dient deze hindernis in De Rivier overwonnen te worden. Als we op de nagenoeg de eerste boomstam staan gaat het al fout. Marieke vraagt of ze naar beneden kan stappen, en voordat ik goed en wel iets kan zeggen, komt ze er al aan. Haar eerste voet mist de boomstam waar ze op dient te stappen. Resultaat is dat ze sneller dan wenselijk naar beneden gaat. Het ene been aan de ene kant van de boomstam, het andere been aan de andere kant. In een flits weet ik haar op te vangen en heeft ze het geluk dat de snelheid net op tijd is geminimaliseerd en dat de plek waar haar beide benen bij elkaar komen de boomstam niet bereiken. De schade blijkt mee te vallen. Een schaafwond en wat gekrenkte trots. Voorzichtig gaan we verder. Zonder problemen komen we terug bij de auto.
We gaan terug naar de Multnomah Falls om deze te gaan beklimmen. De weg omhoog is minder dan 2 kilometer lang. Hierin dienen we ook iets meer dan 200 meter te klimmen. Redelijk pittig dus. Heerlijke wandeling en als we besluiten om het andere pad te kiezen dan staat aangegeven (reden hiervoor is dat daar wat tupperware lag). Genieten we wederom volop van een schitterend stukje natuur.
We wandelen naar de top van de waterval, en eerlijk gezegd, stelt deze een beetje teleur. Je ziet dat er water over de rand valt, maar je kunt het niet helemaal naar beneden zien vallen. Soms is iets imposanter als je er wat verder vanaf staat. We keren om en wandelen terug. We rijden naar Portland naar een uitzichtpunt waar je Mount Hood boven de stad zou moeten kunnen zien. De zon schijnt inmiddels volop. We genieten van het uitzicht, en gaan weer terug naar het hotel. Nagenieten van wat ons De Rivier vandaag heeft getoond.